zaterdag, september 15, 2007

Geloof en religie

Vandaag op glad ijs, want ik ben niet gelovig opgevoed. De woorden uit de titel zijn voor mij altijd synoniemen geweest (met godsdienst, spiritualiteit, mystiek, en wazigheid), begrippen waar ik een beetje op neerkeek. Ik heb in de loop der jaren gemerkt dat het dingen zijn waar zelfs ik als wetenschappelijk opgeleide atheist niet buiten sta.

Religiositeit heeft twee aspecten: een persoonlijke en een sociale. Enerzijds spreekt het individuen aan, anderzijds de gemeenschap. Op allebei de vlakken is er in de 20e eeuw veel veranderd, en is nog aan het veranderen -- denk aan het islamdebat nu.

Geloof heeft volgens mij met de individuele beleving te maken. Er zullen altijd vragen zijn waar de wetenschap geen antwoord op heeft, geen zinvol antwoord op kan geven, maar die voor een goed leven toch invulling vragen. Wat is goed? Wat heeft er zin? Waarom is er dood, en lijden? Levensbeschouwing is dus een goed woord. Dit is iets wat mensen kunnen bespreken en ook delen, maar het is emotioneel en niet rationeel van aard. Je kan niet iemand overtuigen om radicaal van geloof te veranderen.

Dan het sociale aspect: religie is iets dat mensen verenigt. Mensen kunnen een deel van hun identiteit halen uit het feit dat ze tot een bepaalde groep behoren. Diensten, rituelen, samenhorigheid, giften horen hier allemaal bij. Het is allemaal vertoon, maar het brengt mensen bij mekaar. Het kan ook beklemmend aanvoelen, omdat mensen gedwongen kunnen worden zich te conformeren... ex-gelovigen keren zich dan ook tegen dit aspect, vaak met behoud van de waarden die ze met de persoonlijke spiritualiteit meegekregen hebben.

Alle ketterijen en reformaties komen uiteindelijk uit het conflict tussen de twee: mensen die hun spiritualiteit niet konden verenigen met het heersende dogma. De europese maatschappij, in het bijzonder de nederlandse, is hierdoor gevormd. De Verlichting en het humanisme zijn opgekomen om deze conflicten te overbruggen, om een (hechte) samenleving te bouwen waar plaats is voor iedere persoonlijke levensbeschouwing.

Een deel van het venijn in het nederlandse islamdebat komt door onbegrip van dit verschil. Veel moslims zijn "culturele" moslims, die erbij willen horen zonder sterke geloofsovertuigingen. Nederlanders zijn zo ge-individualiseerd dat meer dan de helft "ietsist" is (gelovig zonder binding), maar als ze zeggen tot een kerkgemeenschap te horen dan weet je precies wat ze voorstaan. Het is voor autochtonen moeilijk te begrijpen dat iemand hartstochtelijk moslim kan zijn zonder homo's van flatgebouwen te willen gooien of vrouwen te mishandelen: er zijn toch imams die dat preken? Eveneens is het voor moslims moeilijk te begrijpen dat iemand "helemaal niets" is, heb je dan geen tradities of familie, waar leef je dan voor?

Als er over een paar jaar meer begrip is voor verschillende soorten religiositeit, dan is het debat niet meer politiek en polariserend, maar oecomenisch en verenigend.